Meer Nederlandse geschiedenis en…. ijsbeer Teddy!
Het is 21 juli geworden en we zijn precies 3 weken op Spitsbergen. Wat een avonturen hebben we al beleefd! Gisteravond zijn onze Nederlands / Australische vrienden Frederieke en David van de Yuma aangekomen in Virgohamna. We hebben Frederieke en David in Noorwegen al ontmoet en zeilen een beetje met elkaar op de afgelopen weken. Heel leuk om elkaar nu hier weer te treffen op deze plek met zoveel Nederlandse historie. Met name Frederieke (ook Nederlandse) keek er erg naar uit om Smeerenburg te bezoeken, een walvisstation op Amsterdamøya (Amsterdamseiland), net naast Virgohamna. Smeerenburg, de naam verwijst naar het vet (smeer) van een walvis, was van 1620 tot 1660 de thuisbasis van een Nederlands walvisstation. Er waren individuele handel-stations uit Amsterdam, Hoorn, Delft, Veere, Vlissingen, Middelburg en Enkhuizen. In de eerste instantie stond Smeerenburg niet speciaal op ons lijstje en focuste we vooral op Virgohamna omdat we daar een vergunning voor hadden, maar Frederieke maakt ons zeker nieuwsgierig om hier ook een kijkje te nemen.
.
Hier kan je zien hoe dicht Virgohamna en Smeerenburg bij elkaar liggen
De volgende ochtend ontbijten we met Frederieke en David aan boord van Saraban’de. We eten Matthijs zijn vers gebakken zuurdesembrood en drinken een overheerlijke cappuccino. Natuurlijk is de verse melk op maar we hebben melkpoeder gevonden en dit werkt perfect om melkschuim van te maken. Na het warme brood en de cafeïneboost gaan we op avontuur. Er ligt een dode walrus in de baai en sinds gisteren is er een ijsbeer die continue bij deze walrus in de buurt is. Wij kunnen de ijsbeer, we hebben hem ondertussen Teddy genoemd, vanaf het achterdek van Saraban’de bekijken en we zien dat hij aan het eten is van zijn dode walrus. We stappen in onze bijbootjes en dobberen wel een uur in de baai om het tafereel te aanschouwen. Opnieuw kunnen we bijna niet geloven wat we zien! Hij probeert van de walrus te eten, maar omdat de huid zo dik is, kan hij er moeilijk doorheen komen. Dus nadat hij hard aan het hoofd van de walrus trekt van links naar rechts zonder resultaat, klimt hij erop en begint te springen alsof hij op een springkussen springt. Misschien hoopt hij dat de walrus ontploft ofzo? Het is weer zo gaaf om te zien van dichtbij en tegelijkertijd zo lekker luguber :-). De natuur op zijn best.
Na de ijsberenshow en een warm soepje als lunch, bezoeken we samen met Frederieke en David Virgohamna. Deze keer is het veel relaxter om daar met z’n vieren te zijn. De dag ervoor waren Matthijs en ik namelijk met z’n tweeën met ijsbeer Teddy rondzwemmend in de baai… Teddy is nu tevreden met zijn walrus en wij hebben wat extra ogen om op te letten. De kans is sowieso groot dat er meer ijsberen naar de baai komen, aangezien ze de dode walrus al van heel ver kunnen ruiken. Virgohamna is veranderd in een soort McDonald’s, dus we moeten extra voorzichtig zijn. We lopen rond en kijken naar de ruïnes van het walvisstation ‘Harlingen Kokerij’ en ook wat overblijfselen van een poolexpeditie uit 1897. Drie man probeerden destijds met een luchtballon vanuit Virgohamna naar de noordpool te vliegen. Halverwege stortten ze neer en stierven alle drie, een behoorlijk mislukte missie kun je wel zeggen.
Klik op de foto’s om te vergroten en bijschrift te lezen
De volgende dag staat Smeerenburg op het menu. We staan op het punt om samen met Frederieke en David op pad te gaan en eerst nog even naar ijsbeer Teddy te kijken, maar precies op dat moment zwemt hij weer in de baai! We houden de bijboot aan dek en kijken hoe Teddy heerlijk in het water zwemt en speelt. Ondertussen is het ook behoorlijk druk in de baai geworden, iets wat we niet echt hadden verwacht zo ver in het noorden. In totaal zijn we met 5 andere zeilboten! Het is leuk om wat andere mensen te ontmoeten van de boten die we al sinds onze aankomst in Spitsbergen op de AIS volgen. Wij kijken vaak op de offshore app naar de namen van schepen die ook rondvaren en waar ze vandaan komen. Soms voelt het een beetje druk, maar in totaal zijn er nog steeds heel weinig zeilboten zoals wij in de buurt. Ik denk dat we ongeveer 15 andere zeilboten tellen de tijd dat we op Spitsbergen zijn, voornamelijk uit Groot-Brittannië, Zwitserland, Noorwegen, Duitsland en Zweden. Tot nu toe zijn wij de enige Nederlandse boot.
Samen met de Yuma gaan we ankerop en varen naar Smeerenburg, ongeveer 0,5 mijl verderop. Teddy is uitgezwommen en gaat bij Virgohamna aan wal. Een gek idee dat wij daar gisteren nog liepen… De ankerplek bij Smeerenburg is niet zo beschut en het is wat winderig, maar gelukkig hebben we meteen goed grip met het anker. Met de bijboten gaan we aan wal en lopen wel 4 uur over de toendra, tussen vele oud-Hollandse 17e-eeuwse graven en de ruïnes van de Nederlandse walvisstations. Frederieke en David weten er al veel van en vertellen ons allemaal leuke weetjes. Zo had Amsterdam bijvoorbeeld de beste plek helemaal rechts op de kaart dichtbij het water. Inmiddels is door de stijging van het water dit hele station onder water verdwenen. Ook vertellen ze dat al het zwarte steen dat nog zichtbaar is op de plek waar de blubberovens stonden, versteende blubber overblijfselen van de walvissen zijn. Eigenlijk best luguber als je erover nadenkt. Het moet zo’n stank geweest zijn om op een walvisstation te werken. Werken tussen alle rottende walviskadavers, het afval van de mensen, de walvisolie en een dikke laag rook uit de blubberovens… Een leven in blubber, vet en olie.
Handelstations van de walvisvaarders, Amsterdam is inmiddels onder water
Een lesje geschiedenis over de Hollandse walvisvaart
In 1596 ontdekte de Nederlander Willem Barentsz de eilandengroep Spitsbergen terwijl hij op zoek was naar een Noord Oostelijke doorvaart richting het verre oosten. Hij gaf de naam Spitsbergen aan het eiland vanwege de vele spitse bergtoppen die hij zag. Kort hierna ving de walvisvaart in deze koude gebieden aan omdat de ontdekkers duizenden walvissen spotten. Omdat de Nederlanders geen ervaring met walvisjacht hadden keken ze het kunstje van de Basken af, maar al snel hadden ze die niet meer nodig en konden ze het zelf. Toch waren de Hollanders niet de enige die hun kans schoon zagen op Spitsbergen en zo was er een continue strijd tussen de Hollanders en de Engelsen voor de beste plek voor de stations. Na 1620 opereerden de Engelsen alleen nog zuid van het Magdalenafjord en waren de Hollanders actief ten noorden daarvan en in de Noord-West kust; Virgohamna en Smeerenburg. De geschiedenis leert dat Smeerenburg een levendig stadje moest zijn geweest met bakstenen huizen, straten, shops, een bakker, een kerk en barretjes. Volgens de folklore zouden hier in de hoogtijdagen wel 20.000 mensen gewoond hebben. Opgravingen en onderzoek naar het gebied in de jaren 80 heeft laten zien dat een aantal van 200 mensen meer realistisch is.
Er werd vooral op de Groenlandse walvis gejaagd. Deze walvis is langzaam, zwemt slecht en blijft drijven als hij dood is, een makkelijke prooi dus. De walvis zwom in groten getale in de fjorden rondom Smeerenburg. Bovendien konden ze vanaf een nabijgelegen eiland “de Zeeuwse uitkijk” zien hoever noordelijk het Poolijs was en zo bekijken waar de walvissen zich bevonden. Smeerenburg was dus een tactisch uitgezochte plek met goede beschutting, goede ankermogelijkheden en in de zomermaanden relatief weinig ijs. De mannen hoefden niet de open zee op om de walvissen te vangen. In kleine roeibootjes met 6 mannen werden de walvissen gedood, een super gevaarlijke klus wat ook vaak misging. Allereerst werd de walvis met een harpoen geraakt waarna hij met een noodgang wegzwom diep onder water. ‘De walvis zwemt als de wind, zodat hij in het oor huilt’ (Martens 1671). Als het touw aan de harpoen in de knoop zat of niet lang genoeg was, ging bootje met 6 mannen ten onder en zou geen van hen het overleven in het ijskoude water zonder zwemdiploma’s. Als de walvis dan weer bovenkwam om te ademen hadden zich meer roeiboten verzameld om de klus af te maken. Vervolgens sneden ze de walvis aan land in stukjes en werd het vet gekookt tot levertraan. Dit levertraan werd verscheept naar Europa en gebruikt voor zeep, verlichting in huizen, het maken van touw, productie van kleding en als mengmiddel voor verf. De baleinen (bevinden zich in de bek van de walvis, een zeefachtige structuur voor het filteren van plankton uit het water) van de walvis werden gebruikt voor korsetten en rokken. In 1670 hadden de walvisvaarders de Groenlandse walvis zo goed als uitgeroeid en moesten ze de volle zee op om nog walvissen te kunnen vangen. De walvissen werden langszij de schepen mee naar Nederland genomen en daar verder verwerkt. Hiermee kwam dan ook een einde aan het gebruik van de kokerijen op Smeerenburg.
Wij vervolgen onze tocht en op de route tussen alle handelstations en blubberovenruïnes ligt een kolonie walrussen waar we voor moeten oppassen. Om rond te kunnen lopen moeten we de kolonie passeren en op het smalste stukje lopen we op zo’n 100 meter afstand bij ze langs. We willen ze echt niet wegjagen dus heel langzaam en geruisloos passeren we ze benedenwinds en gelukkig hebben ze ons niet door. We beëindigen onze wandeling langs het strand, zien nog enkele nieuwsgierige zeehonden van dichtbij in het water en varen vervolgens met onze boten weer terug naar Virgohamna. Deze baai is veel beter beschut dan Smeerenburg. ’s Avonds drinken we Spitsbergse biertjes en eten we Hollandse kaas, deze hadden we vorig jaar gevaccumeerd toen we uit Nederland vertrokken en is nog steeds heerlijk. De volgende dag nemen we afscheid van de Yuma en haar bemanning en zeilen we beiden weer onze eigen weg. We zijn 3 dagen en 3 nachten in Virgohamna geweest met rustig weer, een temperatuur van rond de 9 graden Celsius, geen regen, veel geschiedenis, leuk gezelschap en een hoop ijsbeer-opwinding. Wat een luxe om ons eigen tempo te bepalen, helemaal als je bedenkt dat alle gasten van de cruiseschepen maar max een half uurtje naar de ijsbeer konden kijken en bovendien niet aan land mogen bij Virgohamna… Wij genoten 3 dagen non-stop van Teddy de ijsbeer en zijn weer een stuk wijzer dankzij onze bezoeken aan Virgohamna en Smeerenburg!
De halve rondjes die je links ziet zijn overblijfselen van de blubberovens. Dit zijn twee van de zeven die nog goed zichtbaar zijn, Hoorn en Delft. Wij zijn rond de meren gelopen en rechtsonderin zie je de walrussen liggen waar we langs liepen.
De mysterieuze noordkust van Spitsbergen
We besluiten onze reis verder naar het noorden en oosten voort te zetten, richting de Liefdefjorden en de Monacobreen, een van de grootste afkalvende gletsjers van Spitsbergen. Ik vind alle namen op Spitsbergen trouwens zo mooi. Ik bedoel, wie wil er nu niet naar de Liefdefjorden? Of de Lilliehöökfjorden, Magdalenafjorden, Waggonwaybreen of Fleur-de-Lys Hamna…? Rond 13.00 uur laten we Virgohamna achter ons en varen naar het Raudefjord. Een tocht van 22 mijl en ongeveer 5 uur varen. Aan het einde van de dag gaan we voor anker in de prachtige baai van Hamiltonbukta, werkelijk een van de mooiste plekken die we tot dan toe hebben gezien. Direct naast ons zijn steile bergen met overal vogelkliffen en het geluid van tienduizenden vogels, vóór ons vier enorme gletsjers waarvan ijsblokken in het water storten en dit alles in prachtig droog en zonnig weer. Sinds we in het meest noordelijke deel van Spitsbergen zijn is het wel een stuk kouder dan toen we in het zuiden en midden waren. De temperatuur ligt hier rond de 4 tot 6 graden Celsius. Dus zodra we op een plek aankomen steken we de kachel aan en warmen we de boot gezellig op.
Die avond gaan we in Hamiltonbukta voor een bijboot-avontuur richting de gletsjers. We knopen de bijboot vast aan een steen en klimmen op een rots vlakbij de grote steile ijsmuren en zitten daar wel een uur te kijken naar de gletsjers. Soms horen we geluiden als donder en zien we enorme ijsblokken in zee vallen, zo mooi. We vervolgen onze tocht met de bijboot naar een andere gletsjer in de baai naast een klein strandje. Daar slepen we boot op het droge, maken koffie en eten chocolade. Rond middernacht (nog steeds zonnig) navigeren we met de bijboot door alle ijsblokken terug naar de boot. Eén ijsblok nemen we mee aan boord en voor het slapengaan sluiten we de dag feestelijk af met een lekkere whisky-on-the-iceage-rocks, proost!
Sprookjes leven. Mooi man
Weer een prachtig verhaal en foto.s Deborah en mathijs
Wat beleven jullie een avontuur alles ondergegaan spannend
Pap geweest wat fijner mooie foto.s van jullie samen
Ik zie weer uit naar jullie volgende blog
Lieve groetjes gerda
Hoi Deborah en Matthijs,
Het lezen van jullie blog en het bekijken van al die prachtige foto’s is altijd weer genieten.
Wat een belevenis.
Gr. Rob en ivonne
Ongelooflijk mooi! Zo groots, zo enorm, zo mooi de blauwe zee en het spierwitte ijs! Wat geweldig om dit alles mee te mogen maken. En…..wat geweldig dat wij op deze manier mee mogen genieten. Verheug me op de volgende blog en tot die tijd… blijf genieten en natuurlijk steeds goed op elkaar letten. Dikke knuffff 😍
We hebben weer genoten van jullie leuke verhaal en prachtige foto’s. Het is een avontuur geweest om nooit te vergeten denk ik?
Mooi verhaal. Inspirerend. Dat is niet vior het eerst. We zagen jullie voir het eerst in Stavoren. Daarna in de winter in de Groningse Oosterhaven. Onze Summerwind is inmiddels “Saraban’de geel”
Wat een fantastische reis hebben jullie gemaakt! Wij genieten van de prachtige verhalen en foto’s, zo zijn we er een klein beetje bijgeweest!
Liefs Remko en Marjan
Poe poe ….., k moet even uitrusten van de reis ….. 🥱
👌….bedankt ☺️….. doe voorzichtig en tot de volgende aflevering !!!🥰🙋♀️
Dank voor je mooie en indrukwekkende geschiedenisles, Deborah! Je kunt wel lesmateriaal gaan ontwikkelen … mocht je je vervelen 😉
Wat een bijzonder leven leiden jullie toch en wat een prachtige foto’s weer, genieten voor ons hoor!
Prachtig weer Deborah! Wat een avontuur. En mooi geschreven! 😘
Wat een fantastische trip op Spitsbergen en wat hebben jullie al veel gezien. Meer dan wij in onze 3 weken tijd : we missen helaas nog steeds de nummer 1 van de arctic big five !
Ook leuk dat jullie zo met Frederieke en David optrekken. Zij zijn in het voorjaar bij ons thuis geweest ivm overname van kaarten en het horen van onze ervaring op Spitsbergen.
Ben benieuwd naar deel 5 van jullie avontuur alhoewel jullie ondertussen een stuk zuidelijker zijn verwacht ik : de poolnacht komt er snel aan !
It has been a pleasure to read the blogs from Svalbard, looks like you had a wonderful experience and thanks for sharing it with us.
The island is close to my heart and history, as my grandfather, Hans Jørgen Furfjord, was a trapper there for several winters, they lived in small cabins during the winter. Adventfjorden, Coles Bay, etc.
He was also acting as “sysselmann” of Svalbard around 1900, and was then a guide for the royals who came with their royal ships, from Monaco and Italy, as well as Emperor Wilhelm. At the old hotel in Longyarbuen hangs a portrait of the Italian crown princess. She has a fox skin around her neck, this was a gift to her from my grandfather.
Here are some links about him and others stay there for several winters:
http://www.vesteraalen.info/overvintringsfangst_andoy_overvintringsfangst.htm
https://no.wikipedia.org/wiki/Colesbukta
Wat onbeschrijfelijk mooi is het daar! Een groter contrast is bijna niet denkbaar wat betreft de sereenheid van de natuur afgezet tegen die walvisindustrie.