We laten het laatste beetje beschaving achter ons
Het is 19 juli ’25 en we zijn nu zo’n twee weken op Spitsbergen. In Ny Ålesund tanken we de dieseltank tot de rand toe vol – 680 liter in totaal – want dit is de laatste plek waar we kunnen bijvullen voordat we verder noordwaarts gaan. Wat we nu aan boord hebben, moet genoeg zijn om helemaal rondom Spitsbergen te varen. Dat idee maakt het avontuur best spannend. Met alleen motoren redden we het niet, dus er moet gezeild worden. Het weerbericht ziet er goed uit: een ruime koers met een zuidwestenwind van 16 tot 20 knopen, precies zoals we het graag hebben. We besluiten vroeg te vertrekken, in de hoop dat we de hele dag kunnen zeilen en zo de diesel nog even kunnen laten waar die hoort: in de tank.
Het loopt natuurlijk anders dan gepland. De wind laat ons volledig in de steek en de zeilen klapperen in de windstilte. Resultaat: de motor draait de hele dag onafgebroken – een goed begin, haha. Na twaalf uur varen, zo’n zestig mijl, bereiken we Virgohamna. In 2023 waren we hier ook, en het voelt goed om hier weer te ankeren én rond te lopen in het gebied met zijn rijke geschiedenis, waar zelfs ooit Nederlandse walvisvaarders hun stationnetjes hadden. In deze blog heb ik daar uitgebreid over geschreven.
Als we na de wandeling terugkomen bij de bijboot, worden we even uit onze bubbel geslingerd. Het strand is lagerwal én het is hoogwater, waardoor de bijboot half door de branding is opgeslokt. Hij ligt vol water, de reddingsvesten zijn opgeblazen en alles is doorweekt. We halen de buitenboordmotor eraf, zodat we de boot kunnen omkieperen om het water eruit te laten lopen. Dat gaat gelukkig goed. Terug aan boord drogen we alles en zetten we nieuwe patronen in de vesten. Volgende keer de bijboot iets verder het land op slepen!
Klik op de foto’s voor de beschrijving, als je hierboven geen foto’s ziet moet je de pagina even opnieuw laden..
Ons favoriete stukje Spitsbergen; de noord-west kust
Van Virgohamna varen we de volgende dag een kleine twintig mijl verder naar Sallyhamna. Er staat een mooie wind in de goede richting, en we kunnen het hele stuk lekker aan de wind, ‘op één oor’, zeilen. De tocht is adembenemend mooi. De spitse bergtoppen steken scherp af tegen de hemel. De ruige noordwestkust is dé plek waar Spitsbergen zijn naam aan te danken heeft, dit is namelijk waar Spitsbergen ontdekker Willem Barentsz voor het eerst voet aan wal zette dacht: “wow, dat zijn spitse bergen”. Het is het gebied dat wij het allermooist vinden.
Net voordat we de baai van Sallyhamna bereiken, valt de wind weg. We besluiten nog even te vissen en gooien onze hengel uit, precies bij een steile richel onder water. Binnen een paar minuten hebben we beet – drie dikke kabeljauwen aan één haak. Even later vangen we er nog drie en hebben we er zes in totaal! We fileren ze op het achterdek, vriezen de filets in en bewaren de rest voor kibbeling.
Die avond en de dag erop liggen we in een heerlijk rustige baai met een strakblauwe lucht. We zitten zelfs even in het zonnetje, uit de wind, in een hemdje in de kuip – een unicum! We hebben een druk programma deze dag: we bekijken de Birgerbreengletsjer met de bijboot, zo’n tien minuutjes varen het fjord in. We lopen een stuk over het ijs en de sneeuw en zien veel zeehonden en vogeltjes op de drijvende ijsblokken. Terug bij Saraban’de oefenen we aan land allebei even met het geweer. Op een open stuk zetten we wat targets van hout op, zo’n vijftig meter verderop. Met verder niemand in de buurt – alleen wij, Saraban’de en de bergen om ons heen – hebben we de grootste lol met het schieten. Zo gaaf en bijzonder dat we dit hier gewoon kunnen doen!
Voor anker in Sallyhamna
De Zeeuwse Uitkijk en Hamiltonbukta
Dezelfde dag staat de Zeeuwse Uitkijk-wandeling op Ytre Norskøya ook nog op het programma, een activiteit die hoog op onze lijst staat. In de zeventiende eeuw liepen de Nederlandse walvisvaarders ook al naar de top van deze berg om te kijken waar het pakijs was en waar de walvissen zwommen, zodat ze er vervolgens op konden jagen. Zij noemden het eiland de Zeeuwse Uitkijk en later werd dit hernoemd door de Noren. De vele graven zijn nog steeds te zien, met – voor zover wij weten – vooral jongens van rond de 25 jaar… een realistische herinnering aan een ruige periode in de geschiedenis. We hebben supermazzel met het weer vandaag: het is uitzonderlijk rustig. We ankeren vlak naast het eiland, klimmen naar boven, maken koffie en zitten een tijdje te kijken over de eindeloze zee, die paarsachtig als een spiegel tot de horizon reikt.
Als we weer beneden zijn en terug bij Saraban’de, varen we naar Hamiltonbukta om de nacht door te brengen. Omringd door gletsjers en vogelkliffen blijft ook dit een van de mooiste plekken van Spitsbergen. Toch is het dit keer wat anders. De vorige keer was alles supermagisch: helder licht, bijzondere kleuren, het geluid van duizenden vogels. Nu is het vooral bewolkt en zijn de vogels amper hoorbaar – of al gevlogen naar warmere oorden. Het maakt ons bewust dat je beter nieuwe plekken kunt ontdekken dan hopen dat oude ervaringen zich herhalen. We eten verse kibbeling van onze kabeljauwen en slapen die nacht diep en rustig.
De top van de Zeeuwse Uitkijk!
Vanaf nu is alles nieuw en onbekend
De volgende dag brengt een stevige westenwind ons langs de noordpunt van Spitsbergen, een stuk dat we nog niet eerder hebben bevaren. Halverwege zien we Moffen, een vlak eiland met een grote walruskolonie. Vanaf zee zien we hun logge lichamen op het strand liggen, dicht tegen elkaar aan. We blijven op een afstand van zo’n 2 mijl, want het gebied is beschermd, maar we kunnen ze toch best goed zien. Even later ronden we het noordelijkste puntje van Spitsbergen – een heel bijzonder gevoel. Vanaf nu gaat de route weer zuidwaarts!
In de loop van de dag trekt de wind steeds meer aan. Nog zo’n 2 uur varen tot de beschutte baai van Kinnvika zitten we inmiddels in 30 knopen wind (7 Beaufort) met golven tot wel 3 meter. Het laatste stuk halve wind in de golven tussen alle rotsen door om de baai in te komen, maakt de tocht best spannend; we moeten zelfs twee stormrondjes maken omdat we in de harde wind niet kunnen gijpen. Als we eindelijk de baai invaren en de golven weg zijn, zijn we ook wel even opgelucht dat we het weer gehaald hebben. Niet dat het relaxen dan kan beginnen – integendeel. Het ankeren blijkt een ramp in Kinnvika, met meters dikke kelp op de bodem. Het kost ons wel een uur om eindelijk grip te krijgen met het anker en vast te liggen. Het is inmiddels 23:00 uur ’s avonds, 3 graden en nog steeds veel wind. We zijn blij dat we onder de wol kunnen.
De volgende ochtend gaat om 10:00 uur het ankeralarm af: we driften. Met 1 knoop snelheid drijven we langzaam de baai uit en snel springen we uit bed en trekken onze pakken aan. Buiten giert de wind en de regen slaat horizontaal over het dek. Anderhalf uur zijn we bezig – zo’n tien keer het anker naar beneden en weer op en kilo’s kelp van de ketting en het anker weggehakt – voordat het anker weer goed pakt. Dit keer in dieper water van zo’n 15 meter. Dat heeft nooit echt onze voorkeur; het liefst liggen we in zo’n 4 tot 10 meter, maar omdat overal op die diepte zoveel kelp ligt, proberen we het maar eens in wat dieper water. Gelukkig lukt dat. We blijven de rest van de dag aan boord om zeker te zijn dat het anker goed houdt. De wasmachine begeeft het ook nog, maar gelukkig weet de schipper dat zoals altijd weer te fixen.
Zo ver weg van alle beschaving, op een totaal onbekende plek voor ons, geeft ons best wat spanning en een kwetsbaar gevoel. Moeten we misschien al terug? Krijgen we wel een goed weergat? Of hebben we straks alleen wind tegen op de terugweg? Terwijl we verwaaid liggen, lezen we de reisverhalen van Jan en Paula Wit, die in 1985 al naar Spitsbergen voer met de Bastaerd van Campen. Hij had toen geen online weerberichten, geen gps, geen digitale kaarten of een lijntje met het thuisfront over wat het weer ging doen. Nee, hij voer gewoon in één streep van Terschelling naar Moffen op 80 graden noord, in 19 dagen op volle zee. De barometer was zijn graadmeter voor de ruimende of krimpende wind, een zonnetje schoot hij met de sextant om op de papieren kaart zijn positie te bepalen, en hij lag etmalen bij als de wind te hard was. Hij voer ankerbaaien in tussen de rotsen door, zonder een kaart waarop stond waar de rotsen precies lagen en waar hij zelf was ten opzichte hiervan. Beperkte pilots met informatie over het gebied, beschutte ankerplekken, stromingen of informatie over de bodem die wel of niet bezaaid was met kelp.
Het helpt ons om de boel weer even in perspectief te zien. Natuurlijk is het spannend wat we doen, en moeten we goed opletten, goed voor onszelf en goed voor de boot zorgen. Maar met onze toegang, via de moderne technieken, tot elke dag een gedetailleerd online weerbericht en onze gps, waarop we op elk moment precies zien waar we zijn op de digitale kaart, komen we toch voor heel wat minder verrassingen te staan dan Jan en Paula destijds. Zij waren ook nog eens één van de allereerste jachten die Spitsbergen helemaal rondvoeren via de westkust, Moffen en door de Hinlopenstraat terug naar het zuiden. Grappig feitje uit hun verhalen: zij hadden óók de grootste moeite met ankeren in Kinnvika door de kelp en zochten zelfs hun heil ergens anders.
Als de volgende dag de wind is gaan liggen en Saraban’de nog steeds op dezelfde plek ligt, gaan we weer aan land. In Kinnvika is een enorm onderzoeksstation met wel dertien gebouwen waar sinds 1957 allerlei onderzoeken worden gedaan. Oorspronkelijk naar meteorologie, geomagnetisme en het noorderlicht, en vrij recent voor studies naar klimaatverandering, glaciologie en milieuvervuiling. Bijna alle gebouwen zijn open, dus we vermaken ons uren met alles ontdekken. We vinden zelfs een tekeningetje van Jan en Paula in één van de gebouwen uit 1985 – zo bijzonder! Met trots tekenen we onze eigen versie ernaast. Later die dag wandelen we nog naar de top van de berg en drinken een biertje op het strand. We wilden eigenlijk een vuurtje maken, maar werden door een andere boot in de ankerbaai gewaarschuwd dat er een ijsbeer op een kilometer afstand van ons ligt te slapen… We zijn extra voorzichtig dus. Als we de dag erop willen vertrekken, zien we de eerste twee ijsberen tijdens ons Spitsbergen-avontuur, yihaa! Theoretisch kunnen we nu naar huis :-)….
We zien de eerste ijsbeer!
De route en meer foto’s
In de blog staat een kleine selectie van alle foto’s. Wil je meer foto’s zien?
Klik dan hieronder op de gele sterren voor de desbetreffende locatie en dan op de foto om het album te openen. Bij deze blog horen de foto’s van dag 12.
Werkt het kaartje niet goed? Klik dan hier voor de directe link naar onze Travelmap.







0 reacties