In deze blog reizen we naar het verste punt van Noorwegen dat je via de kust kunt bereiken. We gaan bij het meest oostelijke eiland, Vardø, het hoekje om en varen zuid naar Kjelmøya. Niet pal zuid want dan komen we in Rusland uit, we houden een beetje zuidwest aan dus :-).
Na een rustige 40 mijl (zo’n 70 km) op de motor komen we aan bij het eiland Kjelmøya aan de voet van het Kirkenesfjord. We besluiten hier te blijven voor de nacht. Vlak voor de ankerbaai gooien we de hengel nog even uit en.. yes! We hebben beet, ik vang een kabeljauw en twee koolvissen en Matthijs heeft 5 kleinere vissen aan 1 lijn. Heerlijk om de vriezer weer vol vis te hebben. De volgende dag gaan we naar de kant met de bijboot en maken een wandeling door het landschap. Er is geen pad, maar het landschap is redelijk goed begaanbaar en we weten goed onze weg te vinden. Er zijn ontzettend veel overblijfselen van de Tweede Wereldoorlog, echt abnormaal. Over het hele eiland ligt prikkeldraad verspreid, we zien 3 forten die helemaal verwoest zijn, overal bunkers, tunnels in de bergen, oude kanonnen, draaischijven waarop de kanonnen draaiden en zelfs een soort dorpje met bunkers bij elkaar.
Later leren we dat de eilanden en het kustgebied net buiten het fjord van Kirkenes bijna helemaal bezet waren door de Duitsers om indringers te voorkomen in het Kirkenes fjord. Het voelt echt wel dubbel om hier zo rond te lopen. Aan de ene kant is het heel interessant om dit allemaal te zien en tijdens het lopen denk ik steeds, ‘oh, is daar ook weer wat te zien?’ Een soort energieke opwinding geeft het maar aan de andere kant voelt het ook heel naar als je bedenkt hoeveel bloed er is vergoten tijdens de oorlog en dat die arme jongens van rond de 18 jaar hier oorlog moesten voeren in de barre omstandigheden van -20 graden en sneeuwstormen en dan in zo’n koude bunker…. Ik moet er niet aan denken.
Saraban’de voor anker op het eiland Kjelmøya, met de zuiderwind goed beschut
Klik op de foto’s voor de beschrijving
Kirkenes, het verste punt? Of nog verder?
De volgende dag als we in Kirkenes aankomen worden we warm onthaald. Terwijl we de haven invaren roept een jongen vanaf het achterdek van zijn zeilboot; “Weten jullie al waar jullie willen liggen? En voor hoe lang? De gastensteiger is een stukje terug en daar is wel plek, er kunnen alleen op dinsdag en donderdag andere boten komen om te tanken want dan alleen dan wordt de pomp bediend”. We leggen Saraban’de aan het gastensteigertje aan, wat meer op een veredeld vlot lijkt en waar ze nét niet uitsteekt met haar 14 meter. Er staan meteen 3 oude van dagen naast de boot met een blik van ‘komt dit allemaal wel goed’ en even denk ik dat we weggestuurd worden, maar één van de mannen verzoekt ons een lijntje naar de kant te spannen (wat echt totaal niks doet met de wind die voorspeld is) maar we doen het braaf en kunnen blijven liggen. Even later komt de jongen van de zeilboot aangelopen met zeekaarten en boeken onder de arm. Zonder dat we erom gevraagd hebben komt hij ons alles over de omgeving vertellen. Hij is een ex militair en is nu grenswachter bij de Russische-Noorse grens. Hij kent de omgeving op z’n duimpje en geeft ons onder het genot van een biertje en een chippie ontzettend veel tips en toffe ankerplekken die we de komende tijd kunnen ontdekken. Wat een geluk weer! Ook zegt hij dat we écht even naar de Russische grens moeten varen als het rustig weer is want het is prachtig daar en toch wel een bucket-list dingetje. Het stond niet perse op ons lijstje om naar de grens te gaan om geen onnodige problemen op te zoeken, maar goed, als een grenswachter zelf ons dit adviseert zal het wel goed zijn :-).
We blijven een kleine week in Kirkenes en verkennen het plaatsje. Kirkenes is een van de weinige plekken die we aandoen dat geen vissersdorp is van oorsprong maar een mijnstadje. En dat merk je. In alle vissersdorpen waar we komen is de haven het hart van de plek. De haven is altijd het centrum en alles wordt erom heen gebouwd. Ik vind dat altijd heel gezellig en zodra je van boord stapt ben je vaak meteen bij een supermarkt en winkeltjes. Maar in Kirkenes is alles om de mijn heen gebouwd en de haven kwam pas veel later. Deze ligt dus helemaal buiten het centrum op een industrieterrein. Gelukkig hebben we onze mountainbikes om wat sneller van A naar B te komen. Ondanks dat Kirkenes niet echt bruisend is, is het toch heel bijzonder om hier te zijn. Toen we in 2022 in Bergen waren, een stad in het zuiden van Noorwegen, kwam het Noorse cruiseschip de Hurtigruten binnenvaren met een enorm harde toeter. Ik schrok me helemaal wezeloos en dacht what the f*ck is dat! Matthijs had al snel door dat het de Hurtigruten was en deze boot toetert blijkbaar overal super hard als hij aankomt. “De Hurtigruten vaart al sinds jaar en dag langs de kust van Noorwegen, van Bergen naar Kirkenes en terug”, vertelt Matthijs. “Wie weet, zeilen wij ook ooit nog eens naar Kirkenes”, plakte hij erachteraan. Ik dacht toen: nou eerst maar eens Tromsø halen en ik had nooit gedacht dat we ooit helemaal naar Kirkenes zouden gaan. En dan nu zijn we er gewoon!
Maar goed, even terug naar de dagelijkse realiteit. De cv-pomp is stuk en wonder boven wonder vinden we een winkel die een geschikte pomp verkoopt. Wel even €500 aftikken ipv €300 in Nederland maar nu hebben we in ieder geval een warme boot als het straks kouder wordt. Omdat de haven best duur is – €50 per nacht – en de steiger brak, besluiten we voor anker te gaan in de baai net naast de haven. Het is hier mooi beschut en niet diep en het is ook een lekker vrij gevoel om achter het anker te swingen. De fietsen laten we aan de kant staan en met de bijboot pendelen we heen en weer. We bezoeken het Grenseland museum en leren over de geschiedenis van Kirkenes, de Sami bevolking, de mijn en we bekijken kunst in de lokale kunstgalerij. Een Nederlandse dame raadt ons een koffietent aan maar het is zondag en alles is dicht. Dit is ook weer zo anders dan in Nederland. Daar is het juist gezellig in stadjes in het weekend, maar in Noorwegen zijn de plaatsen ’s weekends vaak uitgestorven omdat iedereen naar hun vakantiehuizen in de bergen gaat. Echt élke Noor die we tegenkomen heeft wel zo’n vakantiehuis. Als we een paar dagen later terugkomen op een zonnige en warme dinsdag is het opeens wel gezellig in Kirkenes. We voegen in op een druk terrasje, trakteren onszelf op een lunch en hebben meteen een vakantiegevoel, heerlijk.
Vanaf de gastensteiger in Kirkenes zien we Saraban’de mooi achter het anker dobberen.
Grense Jacobselv – ankeren bij de Russische grens
De dagen die volgen is het weer heerlijk; weinig wind, zonnig en zo’n 22°C. Ongekend warm voor deze omgeving en deze tijd van het jaar. De omstandigheden zijn perfect om nog wat verder naar het oosten te gaan en onbeschutte ankerplekjes op te zoeken. Van zeilen komt niet zoveel terecht maar langzaam tuffen op de motor door het landschap is ook wel even lekker. We bezoeken Grense Jakobselv en maken een wandeling helemaal tot aan de Russische grens. Wel heel bijzonder om dit te zien, de grens wordt afgebakend door een brede rivier. Aan de Noorse oever staan gele palen en Rusland is afgezet met groen/rode palen. In zee staat een gele ton en aan de kust grote houten pijlen, als je hiertussen een denkbeeldige lijn trekt kan je op zee zien waar de grens is. Toch wel echt een gek idee dat de wereld hier een soort van ophoudt, we kunnen gewoon echt niet verder dan dit varen nu.
“Borders? I have never seen one. But I have heard they exist in the mind of some people.” – Thor Heyerdahl
We blijven 1 nachtje bij Grense Jacobselv en omdat we ongeveer midden op zee geankerd zijn en dus behoorlijk liggen te rollen door de zeedeining pakken we de volgende dag onze biezen en varen westwaarts, terug naar Kirkenes. Wel worden we ’s avonds nog even getrakteerd op het meest spectaculaire noorderlicht dat we dat dan toe hebben gezien. Onderweg naar het westen duiken we halverwege een fjord in en ankeren een paar nachtjes in Skipshamna. Een prachtig beschutte baai met een paar cabins en overal meren om ons heen. We maken een toffe wandeling over de rotsachtige bergen. Het weer is druilerig maar het levert wel mooie plaatjes op. Onder aan de blog heb ik de video van deze hike bijgevoegd.
Eeuwenoud labyrint
Na Skipshamna varen we noord het fjord uit en maken nog een korte stop bij Ytterhamna. Volgens de jongen uit Kirkenes is hier een labyrint te zien en omdat het mooi rustig weer is kunnen we in de open baai ankeren en met de bijboot naar de kant. We starten onze zoektocht door het minuscule plaatsje met alleen een paar oude huisjes en even denken we dat we iets gevonden hebben, iets dat lijkt op stenen die door iemand daar zijn neergelegd maar er is niet echt een duidelijk labyrint van te maken… als we ons vervolgens omdraaien zien we echter super duidelijk het labyrint liggen! We blijven wel twee uur rondhangen en de energie is echt heel fijn en speels op deze plek. Omdat er geen weg naar het dorp loopt en deze alleen per boot te bereiken is, zijn we ook nog eens de hele middag helemaal alleen op de plek. Matthijs speelt met de drone voor wat beeldmateriaal en ik loop het labyrint wel 20x op blote voeten. Ik tel precies 150 stappen per keer dat ik er in en weer uit loop, dat zijn dus zo’n 6000 stappen :).
Ondertussen vragen we ons natuurlijk af waarom hier een labyrint ligt, waar het voor is en hoe oud het is. We leren dat de oorsprong van labyrinten ver terug gaat in de mensengeschiedenis. Het oudste bekendste labyrint-patroon is gevonden op een kleitablet uit Pylos (Griekenland), gedateerd rond 1200 v.Chr. Nog een beroemd voorbeeld is het labyrint van Knossos op Kreta, bekend uit de mythe van de Minotaurus. De functie van labyrinten was vermoedelijk symbolisch en ritueel. Een theorie stelt dat ze vaak werden gebruikt bij begrafenisceremonies, waarbij het labyrint de overgang tussen leven en dood symboliseerde. In de buurt van labyrinten zijn dan ook vaak graven gevonden. Ook gebruikte men de labyrinten voor bescherming door boze geesten te laten verdwalen en voor meditatie. Hoe oud het labyrint precies is waar wij nu zijn is niet bekend, desalniettemin voelt het wel heel bijzonder om hier te zijn.
De gele palen scheiden Noorwegen van Rusland, aan de overkant in Rusland staan rood/groene palen en in zee zie je de gele ton die de grens op zee markeert.
Weer even terug in Kirkenes, Schuilen in Sandbukta en rollen in Bugøynes
Als we terugvaren richting het Kirkenesfjord worden we tijdens een mooie zonsondergang vergezeld door twee dolfijnen. Het lijkt erop dat ik echt contact met ze kan krijgen als ik tegen ze praat en ze blijven een hele tijd meezwemmen, zo gaaf. Op zo’n 10 mijl vóór Kirkenes duiken we een fjord in waar we – in principe – prachtig kunnen ankeren. Er staat een man buiten bij zijn cabin en we roepen of het goed is als hier gaan liggen voor de nacht. Het is geen probleem maar als we eenmaal het anker hebben neergeploft komen we erachter dat er geen internet op deze plek is. We moeten de volgende dag werken en daar hebben we echt internet voor nodig, dus 10 minuten later gaan we alweer ankerop en varen het fjord uit. Die man zal wel gedacht hebben haha. We varen naar Kirkenes waar we zeker weten dat we wel goed internet hebben.
Na een dagje de boordkas spekken, boodschappen doen en diesel tanken vervolgen we de reis. Er komt wat minder weer aan en veel wind dus zoeken we een mooi beschutte plek op. We varen vanuit Kirkenes het fjord verder door en genieten onderweg van de prachtige luchten en landschappen in het wisselvallige weer. Na zo’n drie uurtjes varen komen we aan in Sandbukta en dit blijkt heel geschikt, we hebben meteen goed grip met het anker en we liggen mooi beschut voor de noordwesten wind. We leggen wat extra lijnen vanaf het achterschip naar de kant zodat we niet op het zand terecht komen als de wind wat gaat draaien. We liggen een paar dagen in Sandbukta en wandelen veel. Matthijs heeft last van zijn onderrug en lies dus we doen wel een beetje rustig aan. We plukken weer de wereld aan bessen en proberen zoveel mogelijk te genieten van deze herfstachtige dagen, want het gaat heel hard hier met er blaadjes aan de bomen en als we straks ook maar iets naar het noorden varen is het weer gebeurd met het groen. We zitten precies op de bomengrens en iets noordelijker dan waar we nu zijn zijn praktisch geen bomen.
Na vier nachten trekken we weer verder en de volgende bestemming is Bugøynes, een populair plaatsje in het Varangerfjord. Het eerste stuk door het fjord motoren we maar zodra we op open water komen staat er een behoorlijke wind en kunnen de zeilen erop. Het wordt een korte maar lekker pittige zeiltocht en na 15 mijl vinden we een plekje in de haven. De haven is echter heel open en onbeschut en we liggen enorm te rollen aan de steiger. Niet echt prettig. We lopen het oude dorpje nog even in maar het blijkt ook meer toeristisch dan authentiek cultureel, met Kingcrab-Safari advertenties waar je maar kijkt. De jacht op koningskrabben is trouwens echt een ding hier in Noord Noorwegen. Bijna elke visser vist er wel op. Het is dan ook erg lucratief want een visser krijgt wel €50 per kg krab. Per jaar mogen vissers 750 kg kingcrab vissen wat dus voor een omzet van wel €37.500 zorgt. Het is wel verplicht om naast kingcrab ook witvis te vangen zoals kabeljauw, zodat vissers niet alleen maar kingcrab vissen maar ook ‘gewone’ vis. De kingcrab wordt vervolgens in de winkels tussen de €100 en soms wel €400 per kg verkocht! Wij hebben geluk dat we af en toe een zak kingcrabs krijgen van locals die we dankbaar in onze vriezer stoppen en af en toe van eten, het is echt goddelijk. Voor toeristen is kingcrab ook een heel ding en de kingcrab safari’s worden in elk dorp aangeboden waar we komen. Grappig dat wij in Kirkenes ‘s avonds steeds bootjes zagen varen waarvan we ze verdachten dat ze de krabbenpotten weer vullen met krabben die ze de volgende dag dan weer met toeristen opvissen. We hebben dit eens geverifieerd met een local of die bootjes echt krabben uitzetten en dat is inderdaad het geval. En de toeristen maar denken dat ze elke keer geluk hebben exclusieve koningskrabben te hebben gevangen… it’s a mad world :-).
Voor anker in Sandbukta met een lijn naar de kant en een lijn naar een mooring. Als goed kijkt zie je de bijboot ook liggen.
Vadsø – met een geleende auto op roadtrip!
Terug naar ons avontuur, Bugøynes blijkt niet echt onze plek dus varen we de volgende dag alweer een stukje verder naar Vadsø, een iets meer beschutte haven. Wel maak ik nog een lekkere blueberry cheesecake van onze eigen geplukte bessen voor Matthijs’ verjaardag op 24 september.
Als we aankomen in Vadsø is het even zoeken naar een goede plek. De drijfsteigers liggen allemaal vol en even lijkt langszij bij het mooie zeilschip Goxheim een goed idee. Maar eigenaar Charles gaat het dek in de olie zetten en we hebben niet zo’n zin in een glibberende Saraban’de. We besluiten aan de vaste kade te gaan liggen met lange lijnen en springen naar de kant voor het getij van zo’n 2,5 meter. We krijgen leuk contact met Charles en na een koffie met cheesecake bij ons aan boord, biedt hij aan dat we zijn auto 2 dagen kunnen lenen. Fantastisch!
We maken een toffe roadtrip en de eerste dag gaan we westwaarts naar Varangerbotn en Tana Bru. We bezoeken het Sámi-museum en leren ontzettend veel over de geschiedenis van dit gebied. In Vadsø vond ik een boekje over alle bijzondere bezienswaardigheden langs de enige weg die hier loopt en al toerend met de auto proberen we er zoveel mogelijk te spotten. In Mortensnes, een dorpje vooral beroemd vanwege archeologische opgravingen, zien we sporen van nederzettingen van wel 10.000 jaar geleden. Mortensnes was ooit een belangrijke nederzetting voor de Sámi-bevolking. Het is een van de meest bijzondere en rijkste erfgoedlocaties van heel Scandinavië. De meeste overblijfselen dateren uit de Steentijd (10.000 tot 2.000 v.Chr.). In totaal zijn er 16 nederzettingen gevonden met ongeveer 300 overblijfselen van huizen uit verschillende periodes, zo’n 300 graven en vier offerplaatsen. Als we langs het pad lopen, zien we ook steencirkels waar 8.000 jaar geleden Sámi-tenten hebben gestaan. Binnen deze steencirkels zijn stenen werktuigen en restmaterialen teruggevonden.
Ook zien we bij Mortensnes de “Fish Oil Stone”, een 3 meter hoge steen omringd door 13 steencirkels. Het was een plek voor rituelen en mensen smeerden visolie op de steen om geluk te krijgen bij het vissen. De restanten van visolie zijn nog steeds terug te vinden op de steen. Uit opgravingen tussen de steencirkels en naast de steen blijkt dat er ook offers werden gebracht, waaronder bevers, vissen, rendieren en zeehonden. Er bestaan meerdere verhalen over de steen, en het is onduidelijk of deze is opgericht door de Sámi-bevolking of de Noormannen. Uit de tijd van de sagen weten we dat de Vikingen vaak stenen monumenten langs de kust oprichtten. Volgens een oude legende tilde de sterke Beaivi-Vuolab de steen op en sloeg hem in de grond nadat hij werd uitgedaagd door Noren om zijn kracht te laten zien.
Dag 2 van onze roadtrip rijden we de andere kant op naar Hamningberg. We zijn hier al eerder met de boot geweest, maar de weg ernaartoe valt onder één van de meest spectaculaire wegen van Noorwegen. Dat moeten we wel even zien natuurlijk. Het is inderdaad een adembenemend landschap waar we doorheen rijden. De storm die raast die dag maakt het ook nog eens extra spectaculair, met dramatische luchten en hoge golven die op de ruige kustlijn klappen. De weg naar Hamningberg is doodlopend en zelfs helemaal afgesloten in de winter. Het voelt wel weer als het einde van de wereld dus. Vlak voor Hamningberg slaan we nog even een onverhard pad op die langs de brede Sandfjord-rivier meandert en het lukt om door de plassen en modder bij een parkeerplaats te komen. Dan lopen we nog zo’n 20 minuten en vinden vlak voor het Syltevikvann-meer nog een eeuwenoude offerplaats in een ringvormige structuur van stenen die uit het landschap springt. Oude gemeenschappen, waaronder de Sámi’s, gebruikte de offerplaatsen om offers te brengen aan goden of natuurgeesten voor de jacht, bescherming en vruchtbaarheid. Deze plekken, soms wel duizenden jaren oud, liggen vaak langs migratieroutes van rendieren en weerspiegelen de mooie en diepe verbinding tussen de mens, de natuur en spiritualiteit.
Op de terugweg eten we een hapje op het eiland Vardø dat per tunnel te bereiken is en zo rustig als het de vorige keer was toen we er zelf met de boot waren zo onstuimig is het nu in de haven met de noordoosten wind. Alle boten liggen echt enorm te rollen. Ok, dit is dus geen goede haven voor die windrichting, dan weten we dat ook weer. Deze kennis komt niet veel later nog goed van pas, maar daarover meer in de volgende blog :-).
Met de geleende auto van Charles op roadtrip door Oost Finnmark
Video van onze hike in Skipshamna
Klik hier voor meer foto’s van de trip (Via de gele sterren kom je bij de desbetreffende locatie)
Lieverds, ik heb er weer van genoten. Boeiende beschrijving en prachtige beelden.👌👌🧡🧡